SOMSEN HORIZON Halfjaarlijks familiemagazine Jaargang 1, nr.2 november 1998 |
|
BESTUUR SOMSEN STICHTING |
ADVISEURS SOMSEN STICHTING |
||
Theo Somsen [227] |
Dick Somsen [130] |
||
voorzitter |
genealogie en adresbestanden |
||
Hindenhoek 11 |
Monteverdilaan 175 |
||
8172 AC Vaassen |
8031 DL Zwolle |
||
tel.: +31.578.572867 |
tel.: +31.38.4542360 |
||
email: theosomsen@compuserve.com |
email: Somsen.Dj@net.HCC.nl |
||
|
|||
Gree van Daatselaar-Somsen [53] |
John Somsen [2353] |
||
vice-voorzitter |
USA en Internet |
||
Esstraat 22 |
35 Springdale Avenue |
||
7131 CT Lichtenvoorde |
Holyoke, MA. 01040-3421 |
||
tel.: +31.544.375783 |
USA |
||
email: janvandaatselaar@gironet.nl |
tel.: +1 413 538 7724 |
||
email: somsen@crocker.com |
|||
Ada Somsen [75] |
|||
secretaris/penningmeester |
Ben Somsen [396] |
||
Leusdenhof 298 |
audio-visuele ondersteuning |
||
1108 DP Amsterdam Zuidoost |
Lariksweg 1 |
||
tel.: +31.20.6961834 |
7151 XW Eibergen |
||
email: somsen@zuidoost.amsterdam.nl |
tel.: +31.545.472546 - fax: +31.545.475359 |
||
email: bensomsenvideo@tref.nl |
|||
Wim Somsen [518] |
|||
2e secretaris |
|||
Hoge Heurnseweg 8 |
|||
7095 CJ De Heurne |
|||
tel.: +31.315.652115 |
|||
BANKZAKEN USA |
|||
Derk Somsen [413] |
Mrs Marieke Edwards-Jager Gerlings [725] |
||
2e penningmeester |
920 East Bay Dr. NE# 3D301 |
||
Weerdslag 67 |
Olympia, WA. 98506-1222 |
||
7206 BT Zutphen |
USA |
||
tel/fax: +31.575.526048 |
tel.: +1 360 786 1583 |
||
email: postbus@somsen.demon.nl |
email: Hollamer@aol.com |
||
Helmut Somsen [1562] |
|||
lid |
|||
Provinzialstrasse 70 |
|||
46499 Hamminkeln |
|||
Bundesrepublik Deutschland (BRD) |
|||
tel.: +49.2873.536 |
|||
INTERNET |
|||
Johan Somsen [1089] |
Somsen homepage: |
||
lid en vertaler Somsen Horizon (Engels) |
http://www.crocker.com/~somsen | ||
Postbus 9 |
|||
8160 AA Epe |
|||
tel/fax:+31.578-629893 |
|||
email: johan.f.somsen@wxs.nl |
|||
|
Colofon Somsen Horizon
Doelstelling Somsen Stichting De Stichting heeft ten doel: De Stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door:
|
Inhoud
Bestuur en adviseurs 2
Voorwoord De belangstelling voor de activiteiten van onze Stichting blijft maar toenemen! Zo ontvingen wij na het verschijnen van Somsen Horizon nr. 1 een flink aantal enthousiaste en stimulerende reacties. Ook meldden zich nieuwe begunstigers aan, zodat wij ons familieblad nu naar 174 adressen sturen. Het aantal lezers is nóg groter, want meestal wonen er op één adres meer personen. Over de medewerking van familieleden hebben wij ook al niet te klagen. Informatie over geboorte, huwelijk en overlijden wordt vaak spontaan aan ons doorgegeven en gevraagd fotomateriaal krijgen wij per omgaande. Maar het allermooiste is toch wel, dat er zoveel nieuwe contacten opbloeien tussen mensen, die vóór augustus 1997 geen weet hadden van elkaars bestaan. Goed volk, die Somsens en hun aanhang! Namens het bestuur, Theo Somsen
|
SOMSEN WEEKEND IJZERLO, VAN 13 T/M 16 AUGUSTUS 1998 Een impressie door Wim Somsen [518] Als ik donderdag arriveer op de camping hebben al vele Somsens zich geïnstalleerd. Sommigen in een luxe caravan, anderen in een bescheiden tent, waarvan een enkele splinternieuw, speciaal aangeschaft voor dit evenement. Uit Vaassen, Zutphen, Eibergen, Epe, Lichtenvoorde, Amsterdam, Amersfoort, Soest, Aalten, Dinxperlo, Zelhem en De Heurne komen ze. De meesten kamperen, anderen komen even voor een praatje of voor de barbecue. Je bent nog maar net op het terrein of je voelt je meteen weer thuis. De hernieuwde kennismaking is enthousiast - je voelt dat het met de sfeer wel goed zit. Een paar vinden dat ik wel wat eerder had kunnen komen en de organisatie is niet helemaal perfect. Ze jennen nu al een beetje en ik neem het weer te serieus. Het bestuur van de Somsenstichting gaat zich donderdagavond eerst bezig houden met serieuze zaken. We worden voor een vergadering verwacht bij Helmuth en Liesel in Wertherbruch. Na een rit van ruim 10 kilometer en een hartelijke ontvangst starten we om acht uur snel met onze agendapunten. De eerste punten vliegen er doorheen, maar of het nu komt doordat een groot gedeelte van de leden al om half negen achter bier of wijn zit of door de overheerlijke Zwiebelkuchen van Liesel, het tempo van de vergadering zakt behoorlijk in. En als Johan mag vertellen over zijn reis door Amerika, wat hij echt zo beknopt mogelijk doet, komen we aan de tweede helft van de agenda niet meer toe. Zo wordt besloten de rest van de agenda de volgende morgen in een kleine commissie op de camping af te handelen. En of het nou komt door..., maar vermel-denswaard is nog wel dat Theo op de terugweg, op aanwijzing van Johan, de groene grens enkele keren per auto heeft willen passeren. Dit na enige pogingen moest opgeven en uiteindelijk bij Bocholt over de grens komt. De andere auto is dan al ruim een half uur op de thuisbasis. Vrijdagmorgen wordt door enkelen de verga-dering voortgezet. Yvonne is druk om van tien uur video een samenvatting te maken van twee uur voor de voorstelling van dezelfde avond. Anderen gaan een eindje fietsen - bezoekjes afleggen - of gewoon genieten van het mooie weer met een boek in de hand. Om half vier gaan we met een aantal mensen onze jaarlijkse afspraak nakomen. Het bezorgen van een fles Bokma voor meneer en een bloemetje voor mevrouw Veerbeek als dank voor het verzorgen en bewaken van onze 'Somsenlinde' op het Japikshuis. De heer Veerbeek ontvangt ons hartelijk en is blij met het drankje. Op Theo's bezorgde vraag of het merk wel goed is, antwoordt hij: 'Het merk is niet belangrijk, maar de hoeveelheid en die is nog wel iets minder dan de emmers water die de boom krijgt'. Ook mevrouw Veerbeek, ondanks dat ze zich in een rolstoel moet verplaatsen, komt op de foto bij de boom. Johan waant zich even in Amerika op een rodeo, want hij springt onbevreesd op de nieuwsgierig rondlopende pony. Vooraf heeft hij echter al vastgesteld dat het een zeer mak beestje is. |
|
Vrijdagavond volgt een twee uur durende videoreportage van Yvonne en Johans bezoek aan Amerika. In ruim drie weken zijn ze kris/kras door Amerika getrokken - daarbij vele Somsens ontmoet - overal zeer gastvrij ontvangen. Het was een boeiend weerzien met veel mensen die vorig jaar bij onze reünie waren. Johan zal er verder zelf verslag van doen. Na nog enkele drankjes en even kijken op het IJzerlose Oranjefeest zoeken de meeste mensen hun tent of caravan op. Alleen enkele 'diehards' vinden het nodig om met accordeon en gitaar nog tot ver in de nacht door te gaan. 't Is daar zo gezellig dat enkele IJzerlose jongelui, die nog geen zin in het bed hebben, er bij komen. Hartstochtelijk wordt er gespeeld en gezongen, tijd speelt geen enkele rol meer, andere gasten sliepen wel of juist niet. Dezelfde nachtbrakers worden de andere morgen gewekt door de klanken van het IJzerlose muziekcorps. Dat marcheert strak langs de camping op weg naar de feesttent. 's Middags doet Dick Somsen (Eibergen) nog een verwoede poging om Koning van IJzerlo te worden. Dit mislukte op een háár - hij erkent echter grootmoedig dat zijn schutterskwaliteiten niet echt geweldig zijn. Zo vermaakt zich de één op het feestterrein, de ander door een fietstocht of een wandeling te maken. |
|
De zaterdag sluiten we af met een gezamenlijke barbecue. Het is leuk dat we hier ook enkele Somsens kunnen verwelkomen die verder niet op de camping staan. Het heet worden van de barbecue duurt voor enkelen wel wat lang maar volgens anderen bleef er weinig over - Somsens zijn duidelijk goede eters. In een gemoedelijke, gezellige en ontspannen sfeer gaat zo de avond over in de nacht. Voor de meesten tijd om naar bed te gaan. Een paar hebben nog de energie om een dansje te maken inde Oranjefeesttent. Zelfs is vastgesteld dat een enkele Somsen nog wat ging bij-eten bij de patatkraam. De naam van het genuttigde laat aan duidelijkheid niets te wensen over, nl. 'een stukje poggenkonte'. |
|
Zondag is alweer het moment van afscheid nemen. In de loop van de dag worden links en rechts tenten afgebroken. Er ontstaan steeds meer lege plekken. Afspraken voor volgend jaar worden gemaakt. We komen wel weer terug. Een aantal gaat nog samen eten bij Stegers in Aalten. 's Avond om acht uur staan er nog enkele tenten. Die blijven nog even. De rust keert weer op camping 't Hoftijzer. Tot ziens.. IN IN HET ZICHT VAN DE HAVEN… Herdenken en gedenken in Amerika E.M.Smilda Amerika, mooi land van droom en wensen, Zo bezong men heel lang geleden Amerika als emigratieland en pepte men elkaar op om daar heen te trekken. Wat is lang geleden! Reeds in de zeventiende eeuw vestigden zich Nederlanders in Amerika, waar zij op last van de Westindische Compagnie Nieuw-Amsterdam en Fort Orange stichtten. Later kregen deze plaatsen de namen New York en Albany. Vier maanden voordat Amerika zich onafhankelijk van Groot Brittannië verklaarde, zeilde het Ame-rikaanse schip Andrew Doria de haven van het Nederlandse eiland Sint Eustatius in West-Indië binnen. Het schip voer reeds onder de nieuwe Amerikaanse vlag. Dit gebeurde op 16 november 1776. De gouverneur van het eiland, de Neder-lander Johannes de Graaf, besloot het schip, maar vooral de vlag, te begroeten met saluut-schoten van de kanonnen op het fort. In een proclamatie van 1991 noemde de toenma-lige president George Bush dit een riskante en moedige daad en verklaarde 16 november tot Ne-derlands-Amerikaanse 'Heritage'-dag. De Neder-lands-Amerikaanse vriendschapsdag valt op 19 april. Nederland hééft iets met Amerika. In het midden van de vorige eeuw emigreerden veel Nederlanders naar dit land van onbegrensde mogelijkheden. Ook de Achterhoek leverde veel nieuwe Amerikaanse burgers. In 1844 en 1845 vertrokken slechts enkelen uit deze streek, in 1846 reeds honderden en kwam de emigratie goed op gang. Vanuit de gemeente Aalten vertrokken in 1846 rond 185 personen en in 1847 32 gezinnen, totaal 140 personen. De Phoenix Tragisch was het lot van een deel van de emigranten die op 16 augustus 1847 Aalten verlieten. Na een voorspoedige reis kwam men in New York aan en reisde via Albany om het laatste schip vóór het dichtvriezen van de grote meren te halen. Dit schip, de Phoenix, slechts twee jaren oud en zeer modern voor die tijd, niet met raderen maar met een schroef, voer het noodlot tegemoet. Op 21 november 1847, de emigranten waren al drie maanden onderweg, ging op het Michiganmeer het schip in vlammen op. Slechts tien kilometer voor het eindpunt stonden zij voor de keus van de dood door verbranding of de dood door verdrinking. Daar het schip een vrachtschip was met beperkte passagiersaccomodatie waren er slechts twee reddingssloepen beschikbaar voor maximaal 50 opvarenden. Slechts 35 personen overleefden de ramp, onder hen 24 Nederlanders. Rond 200 personen kwamen om het leven waaronder minstens 14 emigranten uit de gemeente Aalten. Dit laatste cijfer is uit overlevering bekend. De bemanning bestond uit 23 personen van wie er 8 het vege lijf wisten te redden. Zij waren in staat de namen van de omgekomen bemanningsleden mede te delen. Met het Amerikaanse echtpaar O'Connor en een meneer Long uit Milwaukee, WI. kwam het aantal geredden op 35 opvarenden. Passagierslijsten werden nauwelijks bijgehouden. De kantoorklerk Donahue hield het er op dat 250 personen of meer om het leven waren gekomen en de Fond du Lac Journal van 24 november 1847 meldde dat ongeveer 300 personen waren omgekomen. De krant schreef: 'Nog steeds spoelen er lijken aan'. De Milwaukee Sentinel van 4 december 1847 berichtte dat er 150 Hollanders aan boord waren van wie er 25 werden gered. 'Zij zijn allen nog in Sheboygan, verkeren in behoef-tige omstandigheden en hebben gebrek aan kleding'. Voor het eerst werd een lijst met namen van overlevenden gepubliceerd alsmede een zeer beperkte lijst namen van omgekomenen. Wij lezen: 'Wie kan deze lijst lezen zonder dat zijn hart bloed over deze droevige gegevens?' Het zou 75 jaren duren voordat William O. van Eijck een diepgaand onderzoek instelde naar de identiteit van de opvarenden. In 1923 verscheen zijn verslag waaruit later, in 1981, G.H. Ligterink heeft geput in zijn boek 'De landverhuizers'. De gegevens zijn natuurlijk niet compleet, kunnen niet compleet zijn, omdat ze moeilijk te achterhalen zijn. Als er ergens nog gezocht kan worden dan is dat in Nederland. Met deze gedachte in het achterhoofd schreef ik in 1987 een artikel onder de titel 'A voice from Aalten about the Phoenix disaster'. Hierin werden bestaande gegevens gebundeld en aangevuld met volledige namen en geboortedata. Het leek mij juist, dat artikel te besluiten met de opgave van alle emigranten van de jaren 1846 en 1847. In de opgave van 1847 werden allen die op die fatale datum, 16 augustus 1847, vertrokken, met een sterretje aangeduid. Het zijn meer dan 90 personen. Later kwam mij ter ore dat deze publikatie toch weer een impuls was om in Amerika verder te zoeken. In 1997 verscheen in twee delen: 'A Phoenix sesquicentennial tribute 1847-1997', samengesteld door Mary Risseeuw en Ione Pietenpol Heinen. Zij kwamen tot de conclusie dat 35 personen zijn gered en dat 179 personen zijn omgekomen en wel 151 Nederlanders, 13 Amerikanen en 15 bemanningsleden. Deze uitputtende publikatie verscheen ter gelegenheid van de eerste herdenking na 150 jaren van deze verschrikkelijke ramp en mag gezien worden als een vervolg en uitbreiding op het in 1987 verschenen 'Out of the Phoenix. A Tragic Beginning'. De herdenking Ron en Ione Heinen hadden een droom, een herdenking voor de grote ramp en tragische start van de staat Wisconsin, voor het eerst in 150 jaren. Opdat men niet zou vergeten! Zij zochten contact met Mary Risseeuw in Illinois, een genealoge en geïnteresseerde op het gebied van Amerikanen van Nederlandse afkomst. Zij raadpleegde 16 bronnen om te komen tot een afronding van de lijsten ven geredden en slachtoffers ter publikatie in het herdenkingsboek. Ook werd zij voorzitter van het herdenkingscomité. Dit comité bestond voor het merendeel uit nakomelingen van overlevenden van de Phoenix-ramp, afkomstig uit Sheboygan Falls, WI. en omliggende plaatsen. Het comité presenteerde een bijzonder goed programma en verzond vele uitnodigingen. Aan deze uitnodigingen werd gehoor gegeven door belangstellenden uit 17 staten van Amerika, Duitsland, Canada en Nederland. Belangstellenden uit Nederland zouden bij particulieren worden ondergebracht. In Oost-Nederland ontstond een groep van 10 personen. Deze werd gevormd uit Willie Bilderbeek, Birgit Heynk, Arjan Ligtenbarg, Gerda Ligtenbarg, Henk Voges en Willem Wilterdink, allen uit Winterswijk. Uit Oldenzaal ging Yvette Hoitink mee en uit Aalten voegde ondergetekende zich bij de groep. Arie Ribbers en Ton Tijdink sloten zich aan als verslaggevers van radio en dagblad. Na een voorspoedige vlucht bleven wij enkele dagen in New York om een bezoek te brengen aan het emigranteneiland Ellis Island, het Vrijheidsbeeld. Williamsburg, Broadway en Time Square. Een bezoek van enkele dagen aan Clymer, ten zuiden van Buffalo, NY. vormde een volgend hoogtepunt. Daar wonen veel nakomelingen van emigranten uit Nederland die ooit in noordelijke richting trokken. Via New York en een tussenlanding in Detroit vlogen wij naar Chicago. Het vliegen boven het grote, beruchte meer gaf ons een speciaal gevoel. Met gehuurde auto's reden wij 225 km. naar het noorden en in de avond van maandag 17 november werden wij allerhartelijkst ontvangen in het voormalige gemeentehuis van Sheboygan Falls, WI. Na het welkomstwoord werd het programma uit de doeken gedaan en ontvingen wij zoveel informatie dat wij aan het eind niet meer wisten wat er aan het begin was gezegd. Gelukkig ontvingen wij ook alles op papier en hiermee gewapend vertrok ieder naar zijn of haar gastgezin. Gelukkig hadden wij nog een paar dagen om te wennen en enkele excursies mee te maken en bezoeken af te leggen. Interessant was het bezoek aan de boerderij van Jensema-Hoopman, 2000 koeien, volautomatisch waar mogelijk en met een groot machinepark. De koffietafel 's morgens had meer weg van een uitgebreide lunch. Ook het bezoek aan de meubelfabriek van Richardson was de moeite waard. Al pratende met een groepje van vier werknemers bleken drie van hen Achterhoekse namen te dragen hoewel zij zichzelf dat niet bewust waren. In het verzorgingstehuis 'Pine Haven' spraken enkele bewoners nog het dialect van onze streek en het bewonersbord in de hal zou in Aalten ook hebben kunnen hangen. Slot volgt De heer E. M. Smilda, Aalten, is gespecialiseerd in de Regiogeschiedenis van Aalten en de emigratie vanuit Aalten naar de Verenigde Staten.
DOESBURGSE SOMSENTAK Op het randje van Nederland, in Slenaken, Limburg houdt de van oorsprong Doesburgse Somsenfamilie haar jaarlijkse familieweekend. Half november verzamelen we ons vanuit alle kanten van het land van vrijdagmiddag tot maandagmorgen in het gehuurde hotel 'De Gouden Horizon'. Wel een toepasselijke naam, juist in dit blad! We beleven ook gouden dagen daar. Dit jaar met 48 personen! Na Moeders [46] dood in 1978 zochten we naar een plek om samen te zijn. De eerste veertien jaar was een grote pensionboerderij in Vorden groot genoeg. Maar naarmate de kleinkinderen zelf gezinnen kregen, groeiden we daar uit.. We zijn nu al weer voor het zesde jaar in 'De Gouden Horizon', een doe-het-zelf hotel, heel ongedwongen en daar houden we wel van. We vieren onze vierdagen, verjaardagen, geboortes en huwelijksjubilea. Alle gelegenheden grijpen we aan om er een echte happening van te maken. Somsens esprit met Limburgse gemoedelijkheid. Dat is een reuze combinatie. Baby's, kleuters en peuters rollen saamhorig over de vloer en genieten van elkaars speelgoed. De kwinkslagen zijn niet van de lucht en de zogenaamde kouwe kant geeft juist extra warmte. Tot in de kleine uurtjes worden alle wereldproblemen bediscussieerd, switchend van Hollands naar Engels met Grieks-accent of in Amerikaanse tongval. De samenvatting zo nodig ge-emaild naar het zuidelijk halfrond. Een gouden weekend. Gree van D.-Somsen
|
|
James Michael aan de dood ontsnapt 1 april 1998 De zeer zware storm die het afgelopen weekeinde in de bergen van San Juan, Colorado USA, woedde, heeft geen levens geëist, maar één man ontsnapte op het nippertje aan de dood. De bestuurder van een sneeuwploeg die zaterdagavond 20 tot 25 cm sneeuw moest ruimen, moest met een sprong zijn leven redden toen hij de controle over het voertuig verloor waardoor het 60 meter van een steile helling gleed. De drieëndertigjarige James Michael Somsen [2832], pag. 258,uit Durango,CO. USA raakte niet gewond. Hij moest kilometers door de stuifsneeuw lopen om in veiligheid te komen. De sneeuwploeg was geheel vernield. Toch denkt Somsen er niet aan met sneeuwruimen te stoppen. 'Het is niet anders dan elke andere baan,' zei hij dinsdag. 'Iedere baan heeft zijn gevaarlijke kanten. En ik houd van buiten werken.' Een paar jaar geleden kwam Somsen met zijn sneeuwploeg in een kleine lawine terecht, maar hij slaagde erin zichzelf uit te graven. Ook toen raakte hij niet gewond. 'We zijn zo dankbaar dat hij nog leeft,' zei Somsens vader Gary [2828], pag. 226 dinsdag.' We gingen gisteren op de plaats van het ongeval kijken en beseften dat God hem gespaard heeft.' Uit: The Denver Post, bewerkt en vertaald door Johan Somsen JOHN TERUG VAN WEGGEWEEST
John Howard Somsen [2353] wonend in Holyoke, MA.,USA, is onze welbekende adviseur en Internet 'Goeroe', zie pagina 2. Hij reisde in het laatst van oktober met zijn moeder Janet Somsen-Flaskamp naar zijn familie in Baldwin, Wisconsin. Voor het eerst in 25 jaar was hij terug bij zijn Amerikaanse 'roots'. Dat moet geweldig geweest zijn !
HET GROOTSTE KLEINE STADJE IN WISCONSIN
Cindy Somsen Zignego [814], achterkleindochter van Jan Hendrik Somsen Baldwin, Wisconsin, dat bekend staat als 'Het Grootste Kleine Stadje in Wisconsin', werd gesticht in 1847. In 1881 werd het de thuishaven voor het grootste gezin in de Somsen stam. Jan Hendrik Somsen en Janna Hendrika Rauwerdink vertrokken op 7 juli 1881 uit Aalten In Nederland en ze hadden $ 50, het klompenmakers gereedschap van Jan Hendrik en hun drie kinderen bij zich. Na verloop van tijd, ze zouden in totaal vijftien kinderen krijgen, werden zij het grootste gezin in de Somsen familie: een absoluut record wat betreft het aantal kinderen in één huwelijk. In Baldwin werkte Jan Hendrik eerst bij zijn zwager Jan Schepers en begon daarna zelf te boeren op een halve hectare weiland met twee koeien. Al spoedig begon hij in snel tempo land te kopen en in 1900 voegde hij alles samen tot één bedrijf en bouwde op zijn land een nieuw huis. Naast het uitoefenen van het beroep van landbouwer, zette Jan Hendrik ook zijn oude beroep van klompenmaker voort, vooral in de winter. Zijn klompen, gemaakt van wilgen- en lindehout, stonden bekend als de beste in de hele omgeving. Tegenwoordig is Don Somsen, een kleinzoon van Jan Hendrik die nog steeds in Baldwin woont, de trotse bezitter van de klompenmakers gereedschappen, die hij in vitrine bewaart. Baldwin en het omringende gebied zijn nog steeds de thuisplaats voor veel van de nakomelingen van Jan Hendrik zoals Jeanne Somsen, Barbara Delander, Marilyn Olson Lear, Jim Wernlund en Bill Somsen, om er maar een paar te noemen. Veel van de eerste pioniers die zich in Baldwin vestigden, waren immigranten uit Nederland. Nog steeds herdenkt en eert Baldwin haar oorsprong met jaarlijks terugkerende feesten. Het grootste jaarlijkse feest, de 'Let's Go Dutch Days', lijkt elk jaar nog te groeien met deelnemers uit de wijde omtrek die komen voor de festiviteiten waarbij voedsel, wedstrijden, tentoonstellingen en allerlei activiteiten centraal staan. De 'Let's Go Dutch Days', die in 1983 van start zijn gegaan, worden het eerste weekend van augustus gehouden. De feestelijkheden vinden plaats door heel Baldwin, in parken, gemeenschapscentra en in scholen. Op de eerste dag van het feest is er meestal een rommelmarkt die zich uitstrekt over het hele dorp. Op de vrijdag en de zaterdag zijn er evenementen zoals een kunst en handvaardigheid markt, een klompenmakers demonstratie, volksspelen, variété en gezellig bijeen zijn onder het genot van taartjes en ijsjes. De grote optocht in de avond is wel een van de hoogtepunten geworden. De deelnemers worden aangemoedigd lichtjes te gebruiken waardoor het een schitterende tocht in de schemering wordt. In de optocht zijn er altijd vele soorten muziek en dans. Het traditionele Nederlandse straat schrobben is ook altijd een favoriet onderdeel geweest en zo ook de voorstellingen van de klompendansers. Als permanent symbool van de Nederlandse oorsprong hebben de bewoners van Baldwin een windmolen gebouwd naar oorspronkelijk Nederlands model. Thans is deze windmolen een toeristen informatie centrum, waar bezoekers brochures kunnen vinden met attracties in de omgeving en waar souvenirs en Nederlands snoepgoed verkocht worden en ook attributen zoals buttons voor de 'Let's Go Dutch Days'. Veel mensen laten ook zien dat ze van Nederlandse komaf zijn door in hun tuinen kleine windmolens te plaatsen ter decoratie. Deze gemeenschap, die er in het begin van haar geschiedenis trots op kon zijn het grootste Somsen gezin te herbergen, houdt Nederlandse tradities nog steeds in ere en blijft de thuishaven voor generaties Somsens.
PELGRIMAGE NAAR MIJN AMERIKAANSE FAMILIELEDEN
Reisversiag van een tocht naar de VS door Johan F. Somsen [1089] – zomer 1998 New York Op maandag 20 juli vertrekken Yvonne, Laurie en ik van een overvol Schiphol om vervolgens na een uur of acht te landen in een oververhit New York. Yvonne en ik hebben drie en een halve week uitgetrokken om Amerikaanse Somsens op te zoeken en Yvonne's dochter Laurie gaat voor een weekje naar New York om danslessen te nemen. De rit van het vliegveld naar Manhattan is spannend, vooral als er voor het eerst wolkenkrabbers in het vizier komen en die spanning zal blijven. Steeds weer bij het ontwaren van zo'n reusachtig gebouw wordt de camera tevoorschijn gehaald: we hebben wel 100 foto's en een paar uur film alleen al van wolkenkrabbers. Als we na een lange rit eindelijk bij het hotel aankomen is het inmiddels 6 uur, dus 12 uur 's avonds Nederlandse tijd. Dat kan ons er echter niet van weerhouden met een bewoner van Harlem zijn wijk in te gaan en een Jazzclub te bezoeken; zo'n kans krijg je niet elke dag en om als Europeaan op eigen houtje door Harlem te dwalen wordt meestal afgeraden. De jazzclub is zoals je je dat al had voorgesteld: een rokerig hol met Afro-Amerikanen die in de zwoele ruimte zitten te genieten van de muziek hoewel dat meestal niet van de gezichten valt af te lezen. Het heeft toch wel wat, vooral als plotseling een serveerster, die haar jeugd al ver achter zich gelaten heeft, de microfoon neemt en als een bijna onvervalste Ella Fitzgerald de sterren van de hemel zingt. Als we in de vroege uurtjes in het hotel komen, hebben we inmiddels al een nacht overgeslagen, maar in New York moet je nu eenmaal elke minuut benutten. Als we de volgende morgen vroeg richting Midtown Manhattan wandelen is er commotie alom - talloze heli's hangen boven de stad, zeker een dertigtal brandweerwagens gilt voorbij. We blijken slechts 6 blokken verwijderd te zijn van Time Square waar van een wolkenkrabber steigers, bouwliften en kranen naar beneden zijn gestort. In de straat eronder ligt het schroot tot zeker 30 meter hoogte en het is een klein wonder dat er maar een persoon verongelukt is. De rest van de week zal het hele gebied ontoegankelijk blijven waardoor het verkeer in heel Manhattan, dat normaal gesproken altijd al vast zit, nu muurvast zit. Toch riskeren we een rondtour met een rode dubbeldekkerbus richting Downtown Manhattan op de zuidelijke punt van het schiereiland Manhattan, waar het financiële hart van de wereld klopt, waar o.a. Wall Street is en het World Trade Centre. Omdat het in de bus niet erg opschiet vanwege de extra verkeerschaos stappen we onderweg diverse keren uit. De eerste stop is het Empire State Building, lange tijd het hoogste gebouw ter wereld. Op naar de top! Maar als je op straat niet in de file staat, sta je wel in de file voor een kassa om vervolgens in de file voor de lift omhoog terecht te komen en als je bovendien nog zo ongelukkig bent dat je een toilet nodig hebt, sta je ook daar weer in de file. Zelfs de ambulances en brandweerauto's ontkomen er niet aan. Ook zij gaan naar hun bestemming in de file en dat valt echt wel op: ze laten de sirenes de hele tijd aan staan! Vaak doet New York denken aan een enorme fabriek waar ooit iemand de schakelaar heeft overgehaald om tienduizenden machines op volle kracht te laten draaien en daarna is men stomweg vergeten waar de 'uit'-knop zat. Kortom een gekkenhuis, maar wel een leuk gekkenhuis dat ik beslist niet heb willen missen. Dan weer verder richting Downtown Manhattan. Onderweg nog een tussenstop voor een korte wandeling door een gedeelte van Greenwich Village, over Washington Square, voorbij de gebouwen van New York University en uiteindelijk naar Wall Street met op de achtergrond het Vrijheidsbeeld op Liberty Island. Tenslotte gaan we terug langs de East River, langs de gebouwen van de Verenigde Naties, richting Broadway, want er moet natuurlijk een theater bezocht worden. Nog net op tijd bereiken we de half-price ticket office op Time Square, waar we kaartjes weten te bemachtigen voor de musical 'Bring in da Noise, bring in da Funk'. Een wervelende tapdance-show met het gebruikelijke slappe verhaal, maar met fantastisch dansen en een geweldig enthousiaste zaal en dat is op Broadway erg belangrijk. Na afloop via een door neon reclames fel verlicht Broadway wandelend terug naar het hotel: total loss! De volgende dag is het weer vroeg reveil om alle tijd te benutten voor een bezoek aan het Vrijheidsbeeld en Ellis Island. Het Vrijheidsbeeld is natuurlijk al zo bekend, maar het van dichtbij te zien is toch totaal anders. En dan Ellis Island - lange tijd de sluis waardoor alle emigranten de Verenigde Staten binnenkwamen. Waar ze in quarantaine werden gehouden. Hier werd besloten of ze het land van melk en honing binnen mochten en in sommige gevallen werden ze echt teruggestuurd. Zouden sommigen van de Amerikaanse Somsens hier gezeten hebben? Alleen al die gedachte maakt de tocht erg spannend. Alle indrukken blijven inspireren en evenzo blijven de rijen wachtenden overal lang. Dat is helaas het prijskaartje dat eraan hangt. Nu is Ellis Island een musuem, de archieven zijn er niet meer te raadplegen, daarvoor word je doorverwezen naar de National Archives in Washington (web-site: http://www.NARA.GOV).Terug aan boord van de veerboot vult het achterdek zich plotseling met extreem lange Chinezen, allen omstreeks 2 meter lang en dat is een erg ongebruikelijke lengte voor dit volk. Het is het Chinese nationale basketbalteam en het zal niet bij deze ontmoeting blijven.Voor de rest van de week hebben we veelal gescheiden programma's, Yvonne neemt met Laurie danslessen in het Mekka van de dans en ik ga zelf op pad en op reis. Een bezoek aan de beurs van New York met een kijkje op de beursvloer - het is bijna onwerkelijk - die meer weg heeft van een theater, maar toch worden hier alle belangrijke financiële beslissingen voor de hele wereld genomen. Dan een uitgebreide zwerftocht door Chinatown, waar de Chinezen weer voor hun doen normale afmetingen hebben en waar je geen woord Engels meer hoort. Ondanks verwoede pogingen contact te krijgen met Pennel Somsen die in hartje Manhattan woont, slaag ik daar tot mijn spijt niet in. Omdat het eerste paar schoenzolen al bijna versleten is en de avond bijna valt, neem ik de ondergrondse op weg naar een oude kennis die al 15 jaar in dit gekkenhuis woont. De volgende dag, donderdag, nog een volle dag New York met een bezoek aan Radio City Music Hall, de Rockets zien oefenen en er zelfs eentje aangeraakt - je mag met ze op de foto met een arm om hen heengeslagen! Dan een dwaaltocht door het Rockefeller Centre, omzwervingen door Manhattan, bezoeken aan talloos vele antiquariaten om uiteindelijk vermoeid maar tevreden neer te zitten op de tribunes van de grote arena van Madison Square Garden voor een internationale basketbalcompetitie. Amerikaanser kan het niet. Ik bedoel de wedstrijd met alles erom heen. Soms zijn de shows, de acrobaten en de hiphoppers tussen de wedstrijden door minstens zo interessant als de wedstrijden zelf. Het is hier waar mijn Chinese reuzen weer komen opdagen. Een geweldig schouwspel en dat wil ik natuurlijk op video vastleggen. Nou mag je in Amerika veel want het is een vrij land, maar video opnames maken is vrijwel overal verboden - er is altijd wel een of ander juridisch probleem rondom auteursrechten en wat je dan als rechtgeaarde Nederlander doet, is natuurlijk lekker stiekem filmen. Veelal komt dit de kwaliteit van de beelden niet ten goede maar het verhoogt wel de spanning op een geweldige manier. In Madison Square Garden word ik echter betrapt en even denk ik zelfs aan gevangenisstraf. Het blijft gelukkig beperkt tot een boze meneer, maar zo boos is hij achteraf niet. Als het masker afvalt - enige communicatie doet soms wonderen - komt hij me vertellen dat als ik heel discreet zal filmen, hij niets zal zien. Ik moet hem wel beloven dat wanneer ik door een ander betrapt word, ik niets over onze geheime overeenkomst mag vertellen. Zo corrupt ben ik nog wel. Rond middernacht weer total loss maar voldaan naar bed, maar niet nadat ik een beetje bagage heb gepakt en de wekker op 5 uur heb gezet voor het echte doel van de reis: het bezoeken van mijn Amerikaanse familieleden. Connecticut Al vanuit Nederland heb ik met vele Amerikaanse Somsens contact gehad - Internet heeft ook zo zijn positieve kanten - en uiteraard ook met John Howard Somsen, onze Internet goeroe. John Howard en zijn naaste familieleden wonen ten noordoosten van New York. Op een centrale plaats, ten huize van zijn moeder Janet in Avon, CT. slechts 4 uur met de trein, zal ik de hele familie ontmoeten. In het vroege New York begeef ik me naar het reusachtige Penn Station. Een enkel koffiekraampje gaat net open en verder heerst er nog genadige rust. Met een Amtrak trein vertrek ik diep vanuit de buik van de stad richting Hartford. Na lange tijd, ergens in Brooklyn, komt de trein pas boven de grond en de reis is echt begonnen. De trein glijdt door het Amerikaanse landschap en eindelijk zie ik weer bomen en groen na zoveel dagen stad. Geheel volgens plan komt de trein in Hartford aan en ook geheel volgens plan staat daar John. Het weerzien is perfect, het weer is schitterend, het belooft een prachtige dag te worden. We rijden snel naar Avon om een stralend enthousiaste Janet Somsen weer te zien. Ze ziet er nog jeugdiger en sprankelender uit dan vorig jaar ten tijde van de reünie. Ze is helemaal self-supporting, rijdt auto en zorgt voor iedereen die gast is in haar huis. Ik ben blij dat ik daar twee dagen van heb mogen genieten. We zijn begonnen met praten en daar zijn we eigenlijk niet meer mee opgehouden. Waar New York mijn schoenzolen sleet, zo worden mijn stembanden beproefd tijdens dit eerste Somsen bezoek en dit is nog maar het begin! Alles passeert de revue, persoonlijke zaken, familie aangelegenheden, de Somsen Stichting, Somsen Horizon en niet te vergeten een mogelijke Somsen reünie in Amerika in de nabije toekomst. 's Avonds plotseling telefoon uit Canada: Teun Hunse belt op, hij heeft vernomen dat ik in Avon ben en wil graag dat ik langskom en die wens is wederkerig maar helaas staan praktische probleempjes in de weg dit keer. |
|
De volgende dag is het een ware mini-reünie. Alle kinderen van Janet zijn er. Naast John, de enige zoon, zijn er de vier dochters, wier namen alle met een J beginnen: Judy en Paul Zavracky met twee van hun zonen, Jane met een van haar dochters, Jeanne en Richard Connell met hun twee dochters en Joanne met haar drie dochters. Sommigen komen van ver, iedereen heeft wat lekkers meegebracht, Janet is het stralend middelpunt en de hele dag is een groot feest. Het is zo heerlijk ongedwongen en de tijd gaat te snel. De volgende dag moet ik helaas afscheid nemen om verder te reizen in dit reusachtige land. Als John Howard me naar het station brengt, weten we ons verzekerd van een verdere voortzetting van onze contacten dankzij het internet. Na aankomst in New York rest mij nog een laatste namiddag en avond in deze metropool, nog een laatste wandeling door Central Park, behoedzaam wielrenners en rolschaatsers ontwijkend, want op zondag is iedereen in Central Park om daar weer files te creëren en nog één keer Broadway. En dan tot slot in de late avond nog een drankje in de ronddraaiende bar op de 46e etage van het Marriott Hotel. Eén voor één draaien de toppen van de wolkenkrabbers aan ons voorbij. De volgende ochtend in alle vroegte is het tijdstip aangebroken om verder te vliegen. Yvonne en ik gaan naar het Midden Westen en Laurie gaat terug naar Nederland. Wisconsin - Minnesota Wisconsin, de staat waar zoveel Somsens nog steeds wonen, met als Somsen-centrum: Baldwin, 'The Biggest Little Town in Wisconsin'. Als we na een lange vlucht landen op het vliegveld van de 'Twin-Cities', St Paul - Minneapolis, staan Don en Irene Somsen ons daar op te wachten. Het is een enthousiast weerzien. We hebben elkaar immers tijdens de grote Somsen reünie ontmoet en bovendien hebben we in de tijd daarna schriftelijk en telefonisch contact gehad. Het is meteen goed. We rijden naar Baldwin en onderweg komen we van tijd tot tijd bekende namen op verkeersborden tegen, het is net alsof we een beetje thuiskomen. Dan arriveren we in Baldwin. De Hollandse molen is zo ongeveer het eerste gebouw dat we zien en daar maken we dan ook meteen een stop. Het is er vriendelijk, het lijkt alsof de tijd er lang heeft stilgestaan, mensen hebben er nog tijd en aandacht voor elkaar en Don en Irene zijn daarvan levende representanten. Als we hun straat inrijden, hoeven we niet te raden wat hun huis is: een waarachtig Nederlandse vlag wappert aan de vlaggenmast in hun tuin ten teken van welkom voor ons. Wat hebben ze dat toch mooi gedaan! Baldwin is een hechte gemeenschap en Don en Irene kennen er iedereen en iedereen kent Don en Irene. Dat is altijd en overal merkbaar. Iedereen is er vriendelijk. En iedereen heeft zijn eigen achtergrondverhaal: de ene helft van Baldwin komt uit de Achterhoek en de andere helft uit Noorwegen en dat gaat wonderwel samen. Don en Irene zijn daarvan het levende symbool: een 'Achterhoekse' Somsen die met een meisje van Noorse komaf is getrouwd. En als later in de week de Dutch Days gevierd worden, lopen de 'Noren' even enthousiast in Nederlandse klederdracht als de Somsens, de Klein-Hesselinks, de Heebinks of de Geurkinks. |
|
We hebben niet zoveel tijd, want vrijwel onmiddellijk na aankomst in Baldwin gaan we alweer op weg met onze gastheer en gastvrouw naar Woodville, een paar mijl van Baldwin, waar ooit William Somsen een molen heeft gehad. We zijn uitgenodigd voor de lunch bij Barbara en Alan Delander en we zien daar ook haar zus Marilyn weer met haar man Ward. Barbara en Marylin - achterkleinkinderen van Jan Hendrik Somsen - waren op de grote Somsen- reünie. Het is een fantastische lunch! Als we later op de dag de begraafplaats van Baldwin bezoeken, vallen we van de ene verbazing in de andere: zoveel Nederlandse namen en zoveel Somsens, het is ongelofelijk. 's Avonds hebben we een heel gezellig diner in de 'Coachman' en dat wordt gerund door…Jerry Somsen, Don en Irene's oudste zoon. De volgende dag ontmoeten we hun andere zoon David Somsen die een oliebedrijf heeft en daarnaast antieke auto's verzamelt. Het is een vreemde gewaarwording jouw eigen naam op een tankauto te zien: 'Somsen Oil". Na een hartelijke ontvangst door Dave en Carol en hun kinderen, reizen we verder naar Balsam Lake om Cathy weer te zien. Cathy was samen met haar ouders Don en Irene op onze reünie. Aan het meer hebben Cathy en haar man Gary een watersportbedrijf. Daar ontmoeten we ook twee van hun kinderen. Don en Irene hebben er een stacaravan en na een vaartocht op het meer hebben we een heerlijke maaltijd en een geweldige avond met z'n allen. Laat in de avond keren we naar Baldwin terug. Vroeg in de morgen komen Cindy Zignego- Somsen en haar nicht Sally Berkholder- Rasmussen - ook alweer twee Somsen reünisten - ons ophalen voor verdere avonturen. Eerst even langs Cindy's moeder Sally Somsen-Forman en haar zoon Bill Somsen in Woodville. Dan verder door Wisconsin, via Stillwaters, een heuse 'antiek' plaats, naar Sally's home in New Richmond waar het weerzien met Dave en Ron, hun mannen, zeer geanimeerd is. Sally heeft een Thanksgiving-dinner bereid en dat heeft zoveel symbolische betekenis, het is echt ontroerend. Het is maar goed dat Dave en Ron van die grappenmakers zijn, waardoor een juist evenwicht ontstaat. En natuurlijk wordt er de hele lange dag en de hele lange avond gepraat en nog eens gepraat. Laat in de avond gaan we met Cindy en Ron mee naar hun huis in River Falls. Onderweg ruiken we voor de eerste keer in ons leven stinkdier en dat verhaal zal nog een staartje krijgen. |
|
Donderdag gaan we samen met Cindy en Sally op pad, bezoeken in St Paul-Minneapolis o.a. het grootste overdekte winkelcentrum van America en de dag wordt afgesloten in gezelschap van Ron en Dave met een heerlijk etentje bij Cindy thuis en met musiceren na afloop. Op vrijdag weer terug naar Baldwin, want de Dutch Days worden dat weekend gehouden. Cindy brengt ons terug naar Don en Irene en daar is weer een kleine familie-reünie. Don's zus Evelyn is gearriveerd met haar man Tim Tousley , hun schoonzus Arlene Somsen-Zillmer en Jeanne Somsen, de tante van John Howard. Jeanne, 81, is wat vergeetachtig aan het worden, maar als ze achter de piano zit, weet ze zich feilloos alle beroemde songs van voor de oorlog te herinneren. We hebben een prachtige muziekmiddag, Tim en Evelyn, ook al over de 80, maken zowaar een dansje op de muziek van Jeanne. Later op de dag bezoeken we nog de boerderij van John Vrieze, ook van oorsprong Aaltenaar, waar 1000 koeien gehouden worden. Het hoogtepunt is het bezichtigen van de melk ruimte, waar de koeien wat hoger staan, zodat je er zo ongeveer onderdoor kunt lopen. Het kan natuurlijk niet uitblijven dat één van de koeien wat moet laten vallen en er is hilariteit alom als Evelyn en Yvonne het slachtoffer worden. De filmcamera draait door en de beide gelukkigen moeten zo snel mogelijk onder de douche. Natuurlijk rijden we ook langs de voormalige Somsen-farm, de plek waar Jan Hendrik Somsen in de vorige eeuw in Baldwin begon. Als we thuiskomen heb ik een interview met Tim Tousley. In Somsen Omnes Generationes staat beschreven (blz. 92-93) hoe Tim in de oorlog in Arnhem was op zoek naar Somsens. Hij weet er 53 jaar later nog zeer interessant over te vertellen en het interview is een prachtig document geworden. Inmiddels begint Baldwin vol te stromen voor de feestelijkheden. Van heinde en ver komen ze en onder de belangstellenden ook meerdere Somsens of aanverwante Somsens en met iedereen wordt kennis gemaakt: Russel Wernlund uit Florida, diens zus Lois uit Texas, hun moeder Arlene, zelfs een paar afstammelingen van de eerste Amerikaanse Somsen-tak uit 1851, de broers Veenendaal. Zaterdag is de belangrijkste dag van het feest. We beginnen met een Hollands ontbijt in het Gemeenschapsgebouw met pannenkoeken en balkenbrij. Veel mensen dragen Nederlandse klederdracht, Volendammer mutsen en klompen zijn erg populair. Ook daar ontmoeten we weer familieleden: Sally's ouders Charley en Bettie Rasmussen-Somsen en vele 'oude' bekenden en zelfs een 90-jarige dame die nog Achterhoeks spreekt met een zwaar Amerikaans accent. |
|
's Middags is er een Big-Band concert en dan komt het hoogtepunt. Nadat Don het kanon op het dorpsplein heeft afgevuurd, begint de grote optocht met klompendansers, tulpen en alles wat maar aan Nederland doet denken. Dan zien we ook onze oude bekenden van vorig jaar weer terug: Paula Crist-Somsen met haar dochter Adrienne en Mary-Ellen Gilbert-Somsen. Ook de kinderen van Don en Irene, Cathy en Dave met Carol komen naar de optocht kijken en er is weer een nieuw gezicht: Sally's zus Conny met haar zoon. Conny heeft zo moeten lachen om mijn belangstelling voor de stank van het stinkdier dat ze mij een stinkdierhoed cadeau geeft die ik op moet zetten. En zo zitten we daar dan, met zo'n kleine 20 Somsens, op de stoeprand in de hete avondzon van het Midden Westen naar de optocht te kijken en intussen maar praten en maar praten. 's Avonds gaan we nog uit met een heel stel en na het vuurwerk zijn we gezellig thuis bij Don en Irene met de hele club. Diep in de nacht worden de koffers gepakt voor de reis naar Californië. Al om half zeven staan Dave en Sally onverwacht voor de deur om nog één keer afscheid te nemen. Dan komen Paula en Mary Ellen om ons naar het vliegveld te brengen, nog één keer op de foto met Don en Irene en dan gaat de tocht door Amerika verder met vele dierbare herinneringen aan Wisconsin in onze bagage. California Na de landing in San Francisco herhaalt de geschiedenis zich. Direct bij de uitgang staan er weer Amerikaanse familieleden ons op te wachten. Nu Ken Anderson met zijn vriendin Doreen. Weer een hartelijk weerzien. Ken is na de grote reünie nog een keer voor een kort bezoek bij ons geweest in mei 1998, dus we beginnen elkaar al aardig goed te kennen. De rit voert ons door een zonovergoten San Franciso langs plaatsen die we al zo vaak in films hebben gezien: Fischerman's Wharf, Lombard Street en de Golden Gate Brug. Het is vlakbij deze brug waar we weer een Somsen reünie hebben. Ken's ouders, Paul Anderson en Ruth Elaine Somsen, hebben ons uitgenodigd voor een lunch in de jachtclub aan de baai, waar Paul bestuurslid is. Het uitzicht op de Golden Gate Brug en op Alcatraz is adembenemend. Na enige tijd komt Jeanie Jacobson-Somsen, een oude bekende, samen met twee nieuwe Somsens: Steven Somsen met zijn vrouw Kathy. Zij hebben er een rit van enkele uren voor over gehad om ons te ontmoeten. We beginnen de lunch aan een grote ronde tafel, maar na verloop van tijd komen de paperassen met familie perikelen op tafel en al gauw zitten we verspreid in groepjes geanimeerd allerlei gegevens uit te wisselen. Na een rit langs de Grote Oceaan sluiten we de dag af met een drankje op het terras bij Ken's caravan. In afwachting van de uitvoering van zijn bouwplannen, woont hij zolang in een grote caravan midden in zijn grote abrikozen boomgaard in de bergen bij Los Gatos. Voor ons heeft hij een tentje opgezet, hij weet dat we van kamperen houden, en daar leggen wij het moede hoofd ter ruste. De volgende dag maken we met Ken een grote tocht door het gebied rondom San Francisco, door de Santa Cruz Mountains, naar Monterey aan de kust met Cannery Row, waar enkele van de romans van John Steinbeck zich afspelen, naar het Big Basin National Park met de reusachtige Redwood bomen. Met een huurauto reizen we de dag erop verder Californië in, langs de kust naar het zuiden, naar Los Angeles. De kustweg is werkelijk prachtig en je moet hem ook echt in zuidelijke richting nemen, zodat je vanaf de rechterkant van de weg direkt uitzicht hebt op de Grote Oceaan. Het mooiste stuk is de '17 Miles' Drive' met een aaneenschakeling van prachtige kusttaferelen, getint in duizend kleuren blauw. De tocht voert ons verder langs het Hearst Kasteel en Obispo waar we overnachten. Via Santa Maria, Santa Barbara naar Malibu, waar we te gast zijn bij Albert Mons, een oude buurjongen van Yvonne. We worden zeer gastvrij door hem ontvangen en we eindigen de avond samen met zijn gasten in zijn zwembad met een drankje op de rand. De volgende morgen vroeg rijden we Los Angeles binnen. Omdat we toch in de buurt zijn, rijden we de Sunset Boulevard ook maar een keer door en Berverley Hills en dan ook maar Hollywood met de Walk of Fame, maar waar we eigenlijk voor komen zijn de Somsens in Downey. Vroeg in de middag staan we bij Stanley Somsen en zijn vrouw Jeanne op de stoep. Ook zij zijn op onze reünie geweest. En zoals overal elders komen ook hier weer familieverhalen ter sprake. Stanley is bezig zijn levensverhaal op te schrijven en leest daaruit voor. Ook komen er weer allerlei naburige familieleden even dag zeggen. Kleinzoon Aaron Goldberg komt langs, enthousiast, en later hun dochter Carol Goldberg-Somsen. We genieten van de gastvrijheid en de verhalen van Stanley en Jeanne en nemen de volgende morgen na een heerlijk ontbijt afscheid. |
|
Voordat we Los Angeles verlaten, brengen we nog een bezoek aan het Getty museum, wat indrukwekkend is met zijn Rembrandts en Van Goghs. Dan rijden we rond het middaguur de vallei in, weg van de stad .We willen via Visalia, waar een ons nog onbekende Somsen woont, naar het Yosemite National Park . Na enkele uren rijden stap ik uit de door de airconditioner gekoelde auto om te tanken. Het ademhalen word me bijna onmogelijk gemaakt. Een deken van 45 graden warme buitenlucht valt over me heen: hittegolf. Dan naar Visalia. We ontmoeten er Hennie Somsen die we de vorige dag pas gebeld hebben. Hennie is in de jaren zestig naar de USA geëmigreerd en is aangenaam verrast een onbekende Somsen te ontmoeten en ook om weer eens een avondje Nederlands te kunnen praten. Het is enorm gezellig en we praten weer honderd uit. De dag erna gaat de route door het Yosemite Park, waar het onbeschrijfelijk mooi is. Talloos vele watervallen hangen er als guirlandes van de steile rotswanden naar beneden. Het wemelt er van de beren, en héél even heb ik de illusie dat ik goud heb gevonden in één van de vele bergstroompjes totdat ik door een parkwachter word teruggezet in de werkelijkheid. Het is pyriet: 'fools' gold'. Dan gaat de tocht verder richting San Francisco, waar we midden in de nacht aankomen bij de tent in de bergen bij Ken. Zondag gaan we met Ken en Doreen naar Moe en Jeany Jacobson-Somsen in Novato, ten noorden van San Francisco, een paar uur rijden. Jeany heeft een verrukkelijke lunch klaar gemaakt en daarna gaan we met z'n zessen op een wijnproeftocht van het ene chateau naar het andere. De stemming was al goed maar aan het eind van de middag is de stemming opperbest. De tijd gaat zo snel, we hebben nog één dag over, die we gebruiken om nog wat door San Francisco te zwerven. Die avond worden de koffers voor de laatste keer gepakt. We rijden naar Sillicon Valley waar we onze auto weer moeten inleveren en waar Ken ons zal oppikken. Om 2 uur moeten we op het vliegveld zijn, maar net ervoor hebben we nog een laatste 'reünie'. We zijn uitgenodigd voor de lunch bij vrienden van Ken, de familie Heebink, die uit Baldwin komt en oorspronkelijk ook uit Aalten. In Baldwin waren de Somsens en de Heebinks door huwelijk aan elkaar gelieerd. Doreen en Ken's ouders, Paul en Ruth Elaine, komen ook nog om dag te zeggen en dan is het feest echt voorbij. Ken zet ons op tijd af op het vliegveld en na een laatste warme groet staan we 12 uur later in Amsterdam weer op Nederlandse bodem. Zeer voldaan maar nog versuft van de vele indrukken en emoties, de vele ontmoetingen, het intensieve praten - want dat kunnen die Somsens - de lange terugreis met een klein beetje jet-lag, pakken we thuisgekomen snel onze koffers nog één keer. De volgende dag is immers de dag van het Somsen campingweekend in IJzerlo en daar moeten we bij zijn, de verhalen vertellen, de foto's en de films laten zien, maar dat is allemaal te lezen in het artikel van Wim, elders in dit blad. Het is een fantastische reis geweest en beslist niet de laatste, er wonen immers nog zoveel meer Somsens in Amerika, maar het land is nu eenmaal te groot om ze allemaal in één keer op te zoeken. Ik kan er nog wel uren over doorvertellen, maar ik dwing mijzelf nu te besluiten met een dankwoord aan al mijn Amerikaanse familieleden, wier voorouders zo lang geleden de grote oversteek waagden, en die nu generaties later, ons zo gastvrij hebben verwelkomt in hun huizen, ons deelgenoot hebben gemaakt van hun leven. Jullie hebben er allen aan bijgedragen dat het een fantastische reis is geworden. Jullie zijn fantastisch, heel erg bedankt. |
|
SOMSENS OP REIS NAAR VERRE SOMSENS In het bijna afgelopen jaar pakten nogal wat Somsens hun koffer in om op reis te gaan. Op reis om een bezoek te brengen aan andere familieleden in een ander land. Meestal vormde de Grote Reünie van 1997 de aanleiding voor de reislust en de hernieuwde ontmoeting. Die World Wide Reunion heeft dus nogal wat losgemaakt! Een enkele keer was een Somsen voor zijn werk in het buitenland, vroeg hij onze stichting om namen en adressen van Somsens in die regio en werd op die manier een geheel nieuw contact gelegd. Ook kwam het voor dat er een gewoon familiebezoek werd gebracht aan kinderen, nichten, neven, etc. Van de ons bekende bezoeken brengen wij u in deze nieuwe rubriek op de hoogte. Het zijn een soort 'Scheepvaartberichten', die onvermoede verten en relatienetwerken laten zien.
‘Oude gewoonten – opnieuw gevolgd – geven de steun van een veilige leuning Helène Nolthenius, auteur
Internet-nieuws
De schitterende Somsen Home Page op Internet is verhuisd naar een nieuwe lokatie. Het nieuwe adres is:
Giften
Een aantal familieleden was dit jaar zo gelukkig met het initiatief om de Somsen Stichting op te richten én met het blad Somsen Horizon, dat zij een extra gift aan ons overmaakten. Dat deed ons bijzonder goed. Wij proefden er waardering uit en ontlenen er nieuwe energie aan voor de toekomst. Bovendien krijgen wij dankzij deze giften iets meer financiële armslag, waardoor wij ons blad nog aantrekkelijker kunnen maken en wellicht ook eens iets extra kunnen doen. Om meer dan één reden willen wij de gulle gevers daarom heel, heel hartelijk bedanken!
Goede voornemens voor 1999 ?
Als u nog tobt over uw goede voornemens voor 1999, dan weten wij er nog wel een: Kijk eens rond in uw familie naar mensen die nog geen donateur zijn van de Somsen Stichting. Of anders: Doe het donateurschap cadeau aan een familielid, bijv. voor zijn of haar verjaardag (zo hebben wij zelfs al twee piepjonge donateurs, dankzij hun grootvader!). Kopij, foto's en documenten
Als redactie mogen wij niet klagen. Onze portefeuille met kopij, foto's, documenten is goed gevuld. En ook aan ideeën hebben wij voorlopig nog geen gebrek. Maar daarom is nieuw materiaal niet minder welkom. Integendeel. Ieder van u die iets wil schrijven is welkom. Ieder van u die een interessant onderwerp wil doorgeven om over te láten schrijven is eveneens welkom. Wij nemen dan wel contact met u op. Trouwens, als u interessante familiefoto's en -documenten heeft zijn wij ook zeer geïnteresseerd. Wij lenen of krijgen ze graag van u, want wij verzamelen immers alles wat op de Somsens, hun leven en hun geschiedenis betrekking heeft. Eén telefoontje, briefje of e-mail aan ons secretariaat of de redactie is al voldoende.
SOMSEN-PLAQUETE Op de hete middag van zondag 10 augustus 1997 plantte Stephen D. Somsen [2459] uit Edmonds, WA. de Somsen-linde voor het Japikshuis in IJzerlo. Ook onthulde hij de plaquette ter ere van de eerste Somsens die naar de USA emigreerden. Iedereen genoot en talloos veel foto's werden er gemaakt van die plaquette. Maar..., de plaquette bleek een wel heel erg storende fout te bevatten. De voornamen van de eerste mannelijke emigrant, Hendrik Jan, stonden nl. niet in de goede volgorde. |
|
Die fout is nu hersteld, dankzij de toewijding van Dick Somsen [408] uit Eibergen. De foto toont de oude en de nieuwe plaquette.
‘Leven is breien Nelleke Noordervliet, auteur
FAMILIEBERICHTEN In deze rubriek attenderen wij u op de familieberichten die ons bereikten. Wij geven deze graag aan u door en bedanken iedereen, die de moeite nam ons op de hoogte te stellen van de blijde of droevige gebeurtenissen in hun en onze familie. Dit stelt onze adviseur Dick Somsen uit Zwolle nl. in staat ons genealogisch bestand 'up to date' te houden, zodat ook wij u hierover kunnen berichten in Somsen Horizon. Wij stellen het zeer op prijs als u uw familieberichten toezendt aan ons secretariaat: Geboren 30 Jun 1997:Soraya Lisa [4038], d. van Ard Johan Somsen [544] en Angelique Soyer [549]. Gehuwd 20 Jun 1997:Willem (Wim) Somsen [1378] en Marianne Lagerwey [4025].19 Aug 1997:Darren Allen Somsen [2544] en Katrin Ursula Kittel [3935]. 19 Aug 1997:Elizabeth Ann (Liz) Somsen [3301] en Phillip Alma (Phil) Papenfuss [4031]. 29 Aug 1997:Ernst Jan Somsen [254] en Ellen Theodora Helena van Aken [3944]. 08 Oct 1997:Ingeborg Margietha Somsen [682] en Pieter Bernard Bor [3956]. 13 Nov 1997:Kinga (King) Zwarts [2035] en Rembrandt van den Bos [4024]. 28 Feb 1998:Leah Rachel Somsen [2698] en Kent Jerome Kippes [4009]. |
|
22 May 1998:Mariska Somsen [694] en Edwin Teunissen [3887]. |
|
11 Jul 1998:René Somsen [429] en Anke Wijnia [3885]. Overleden 11 Jul 1997:Lynn Dale Somsen Somsen [743], 78 jaar. LICHTPUNTEN VOOR HET NIEUWE JAAR Het is een oeroude traditie in de Gelderse Achterhoek om op Nieuwjaarsdag de naobers - een stuk of tien directe buren - te bezoeken en hen 'veel Heil en Zegen in het Nieuwe Jaar' toe te wensen. Ook de in de buurtschap IJzerlo van Aalten woonachtige Somsens kenden dit gebruik. 's Ochtends ging men meestal naar de Nieuwjaarskerkdienst en 's middags werden de naobers bezocht. Naarmate de middag vorderde werd de stemming tijdens de bezoeken steeds vrolijker en luidruchtiger, doordat al vanaf het eerste bezoek de fles werd aangesproken. Zelfs de Somsens die zich later elders in Nederland vestigden onderhielden deze traditie nog. Zo herinner ik mij dat mijn vader vlak na Nieuwjaar tijd vrijmaakte om samen met mijn moeder zijn vier zusters in Aalten te bezoeken. Tegenwoordig is de traditie wat minder strikt, maar toch nog levendig. Veel Aaltenaren en veel Achterhoekers in 't Algemeen bezoeken na Nieuwjaar hun buren, vrienden en familieleden. Ik vind dat een mooie traditie, want er ligt het idee aan ten grondslag dat je het goede voor hebt met mensen, licht en vreugde toewenst aan de mensen waar je je mee verbonden voelt. Mensen waar je op aangewezen bent als de nood aan de man komt én die je op deze manier laat weten, dat zij ook op jou mogen rekenen in het komende jaar. Voor alle tijden en alle landen Die achterliggende gedachte lijkt mij nog steeds waardevol genoeg om in praktijk te brengen voor het jaar 1999. Wáár wij wonen doet er dan niet langer toe, net zomin als de vorm die wij kiezen om hoop en 'licht' aan elkaar kenbaar te maken. Vandaar dat ik u voor 1999 in het dialect van onze voorouders toewens: Namens het bestuur, |